Cello
Een opleiding cello is mogelijk vanaf 4 jaar.
Leraar: Renke Van Impe - contact: 0479 40 47 86 - renke.vanimpe@hotmail.com
De lessen kunnen gegeven worden in het Nederlands, Duits, Engels of Frans.
De cello (kort voor ‘violoncello’) is een grote broer van de viool. Hij ziet er qua bouw net hetzelfde uit, maar is te groot om onder je kin te houden. Daarom zitten cellisten op een stoel en steunt hun instrument op een verstelbare pin. Gelukkig voor kinderen bestaan er ook kleinere maten van cello, dus laat de grootte van dit instrument je zeker niet tegenhouden om te willen leren spelen!
Van alle strijkinstrumenten leunt de klank van de cello het dichtste aan bij de menselijke stem, hij is als het ware een volledig koor verpakt in één instrument: hij kan zo laag spelen als een mannelijke basstem kan zingen, maar ook zo hoog als een vrouwelijke sopraan (en zelfs nog hoger). Veel mogelijkheden dus!
Zoals alle strijkinstrumenten wordt ook de cello bespeeld met een strijkstok: een houten (of carbon) stok, bespannen met zo’n 150 paardenharen. Om de snaren goed te laten trillen, moeten we die haren zo nu en dan eens inwrijven met speciale cellohars zodat ze wat plakkerig worden. Je kan echter ook zonder strijkstok spelen en gewoon plukken op de snaren, dat noemen we dan ‘pizzicato’.
Na zijn ontstaan, rond de 16e eeuw, werd de cello aanvankelijk enkel als orkest- of begeleidingsinstrument gebruikt. Gelukkig ontdekten een aantal componisten al gauw de veelzijdigheid van dit instrument en kreeg de cello een rol als solist in grote orkesten en in kamermuziek (kleinere groepjes van muzikanten). Vandaag de dag is de cello nóg een pak hipper en kan hij zowat alle stijlen aan. Je vindt ‘m terug in pop-, metal- en rockmuziek (Apocalyptica, 2Cellos,…), jazz (zoek maar eens op YouTube: Ernst Reijseger, Jacob Szekely of Hank Roberts), of in eender welke ander stijl (luister bvb. zeker een keer naar de compleet geschifte muzikale duizendpoot Rushad Eggleston).